koningin over Juda 842—836 v. C., 2 Kon. 8 ; 26; 11 : 1, 2, 3, 13, 14, 20; 2 Kron. 22 : 2, 10, 11, 12; 23 : 12, 13, 21; 24 : 7.
Uit 2 Kon. 8 : 18 blijkt, dat zij de dochter van Achab was en de vrouw van koning Joram, de zoon van Josafat. De moeder van A. zal wel Izébel geweest zijn. Nadat haar zoon Ahazia, de koning van Juda, door Jehu gedood was, maakt A. zich door uitroeiing van de gehele koninklijke familie, waarbij wij vooral aan haar eigen kleinzonen te denken zullen hebben, tot koningin over Juda. Joseba, de zuster van Ahazia, die getrouwd was met de hogepriester Jojada, weet één zoontje van Ahazia, Joas, te redden. In het 7e jaar van A.’s regering weet Jojada de 7-jarige Joas op de troon te plaatsen en A. te doden. Zij was een goddeloze vrouw en de enige koningin, die over Juda geregeerd heeft.