Wat is de betekenis van pathos?

(<Gr.), o., 1. het aandoenlijke, treffende, roerende in uitdrukking; hartstochtelijke verhevenheid, hoge gevoeligheid van een redenaar of dichter, vuur: met veel pathos spreken; vals pathos; 2. hoogdravendheid ; gezwollenheid.

Pathos is een term uit de retorica (de kunst van het overtuigen) en betekent het aanspreken van het gevoel of de emotie van het publiek. Het is één van de drie klassieke overtuigingsmiddelen van Aristoteles: * Logos – logica en redenering; * Ethos – geloofwaardigheid van de spreker; * Pathos – emotie en inlevi...

UIT: Wat had Thorbecke gezegd als Castricum zou vragen: 'Nog geneukt?' (Rutger Bregman, de Volkskrant, 2 maart 2012) CONTEXT: De jongerenpartijen worden gedomineerd door de typetjes, de mannetjes en de kenaus. Na een gesprek van tien minuten hebben ze zo veel mening, PATHOS en speeksel over je heen gestort dat je alleen nog maar wilt dou...

Pathos is een sterk op het gevoel werkende stemming door hevige emoties bij bijv. noodlot, leed, ziekte, smart.

[Gr. = wat men ondergaat, aandoening, stemming, hartstocht, van paschein = ondergaan (zowel lot, leed, ziekte, smart als gemoedsaandoening e.d.)] hartstochtelijkheid, hoogdravendheid, gezwollenheid.

(patos) hartstochtelijkheid; hoogdravendheid

o., hartstocht; hevige gemoedsbeweging; hoogdravende wijze van spreken; gezwollenheid.

pathos: hoogdravendheid.

pathos, het roerende.