Mankeren
(mankeerde, heeft gemankeerd) (<Fr.), 1. missen, in gebreke blijven: dat kan niet mankeren; kom jij ook? ja,zonder mankeren; 2. in gebreke blijven, nalatig zijn: deze firma mankeert, staakt haar betalingen; — heb ik u in iets gemankeerd? heb ik iets gedaan dat uw ontevredenheid opwekt? 3. ontbreken, niet voorhanden z...