Wat is de betekenis van lichtbron?

lichtbron - Zelfstandignaamwoord 1. Een voorwerp dat licht uitzendt. ♢ De zon en de maan zijn de belangrijkste natuurlijke lichtbronnen. Woordherkomst samenstelling van licht en bron

lichtbron - zelfstandig naamwoord uitspraak: licht-bron 1. iets wat licht uitstraalt ♢ in de tuin hebben we als lichtbron een lantaarn Zelfstandig naamwoord: licht-bron de lichtbron de l...

Een voorwerp dat zelf licht geeft.

elk toestel dat toegevoerde energie in de vorm van licht uitzendt. Men noemt dit dan een primaire lichtbron. Secundaire lichtbronnen zijn voorwerpen die opvallend licht na reflectie uitzenden (b.v. spiegel).

is een toestel, waarin het licht door electriciteit, door het gloeien van lichamen in een niet lichtgevende vlam, het zgn. gloeilicht, of door verbranden van gas of van andere lichtgevende stoffen, die bij gewone temperatuur vloeibaar zijn (olie, petroleum, spiritus), verkregen wordt. Olielamp De eenvoudigste lamp voor olie e.a. vloeistoffe...

v. lichtbronnen (lichtlichaam, dat licht uitstraalt): de zon is onze grote lichtbron.

('ligd) v. (-nen) 1. Eig. lichaam dat licht geeft: de zon, een lamp is een -. 2. Metf. iemand die, iets dat geestelijk licht geeft : U Algoede, Licht- en Levensbron.

Naamwoord: waslicht, kaars, keers (Zn.), druipkaars, nachtkaars, oortjeskaars (Zn.), gegoten kaars, getrokken kaars, vetkaars, smeerkaars, waskaars, puntkaars, sierkaars, drielicht, bougie, stompje, wasrol, paraffinekaars, bematinekaars, stearinekaars, spermacetikaars, flambouw, fakkel, strofakkel, wasfakkel, toorts, pektoorts, piktoo...

Noemen we het voorwerp dat licht uitstraalt, zon, lamp, enz.