Lichtbron

betekenis & definitie

Naamwoord: waslicht, kaars, keers (Zn.), druipkaars, nachtkaars, oortjeskaars (Zn.), gegoten kaars, getrokken kaars, vetkaars, smeerkaars, waskaars, puntkaars, sierkaars, drielicht, bougie, stompje, wasrol, paraffinekaars, bematinekaars, stearinekaars, spermacetikaars, flambouw, fakkel, strofakkel, wasfakkel, toorts, pektoorts, piktoorts, lampion.

kaarsenbak, kaarsenkatoen, kaarsepit, pit, lemmet, kaarslemmet, kaarswiek (Zn.), kaarsvet, kaarsroet (Zn.), kaarsedief, een dief aan de kaars, afsnuitsel, snuitsel, kaarsesnuiter, snuiter, kandelaar, zuilkandelaar, armkandelaar, blaker, armblaker, girandole, hangblaker, nachtblaker, kaarsepan (Zn.), kaarsenkroon, kandelaarspijp, kandelaarsdopje, kandelaarshoedje, hoedje, bobêche, zuinigje, profijtertje.

kaarsenfabriek, waskaarsenfabriek, kaarsenmaker, fakkeldrager, toortsdrager, lichtdrager.

Werkwoord: de kaars loopt af, - druipt af, een kaars aanbranden, de kaars snuiten, de pit ener kaars afsnuiten.

lamp, lantaarn, lichter, acculantaarn, olielamp, pit, nachtpit, kinkee (Zn.), quinquet, tuitlamp, lante (Zn.), vetglas, vetpotje, baklamp, carcel-lamp, benzinelamp, berzeliuslamp, carbid-lantaarn, kaarslantaarn, magnesiumlamp, moderateurlamp, petroleumlamp, platinalamp, zaklamp, zaklantaarn, handlamp, handlantaarn, dievenlantaarn, slonsje, looplantaarn, duivelsoog (Zn.), stormlantaarn, stoklantaarn, looplamp, transparant, veiligheidslamp, mijnlamp, stallantaarn, staande lamp, hanglamp, hanglantaarn, hangend licht, slingerlamp, nachtlamp, ganglamp, ganglantaarn, huislantaarn, keukenlamp, salonlamp, wandlamp, muurlamp, gevellantaarn, plafondlicht, plafonnière, avondlamp, leeslamp, paallantaarn, straatlantaarn, reverbère, astraallamp, vacuümlamp, bollantaarn, kaplamp, lantaarnlamp, schemerlamp, spaarlamp, spiegellamp, tweepitse lamp, kroonlamp, kroonluchter, lichtkroon, luchter, lichter, lustre, luster, luuster, kandelaber, kroonkandelaar, kroon, armluchter, achtarm, tienarm.

pit ener lamp, waspitje, oliepit, drijver, katoenpit, lampepit, wiek, lemmet, manchon, katoen, lampekatoen, lichtolie, lampetuit, lampeschaar, lampeglas, lantaarnglas, reeplampeglas, schutglas, het glas, ballon, galerij, lampekap, kap, muts (Zn.), abat-jour, walmvanger, iichtweerkaatser, lichtwerper, reflector, lichtfles, lichtglas, wandarm, armblaker ener kroon, luister ener kroon, hangers van een kandelaar, pendeloque, lampzwart, oliezwart, stoom, walm, aanslag, lichtstander, lichtopstand, stommeknecht, lampekleedje, lampedrager, lantaarnpaal, pinkpaal, lantaamstoel.

lampenfabriek, lampenmaker, lampenjongen, lampenist, lampist (Zn.), lampenpoetser, aansteker, lantaarnaansteker, lantaarnopsteker, lantaarnautomaat, lantaarnvuller, lantaarnman (Zn.), lantaarndrager.

Werkwoord: de lamp blaakt, de lamp slaat aan, ’t is een gloeiende spijker.

gaslamp, het gas, gasgloeilamp, gasgloeilichtbrander, gaskroon, gaslantaarn, gasarm, muurarm, arm, gasbek, brander, gasbrander, gaspit, spaarbrander, waakvlam, sraalbrander, eengaatsbrander, tweegaatsbrander, manchesterbrander, visstaartbrander, driegaatsbrander, spleetbrander, vleermuisbrander, waaierbrander, tweelingbrander, hanespoorbrander, argandse brander, argandse lamp, dumasbrander, knalgasbrander, lililputbrander, lilliputlamp, kousjesbrander, gloeikousbrander, auerbrander, auerlamp, kousje, lampekousje, gloeikousje, auerkousje, lilliputkousje, rameekousje, hangend kousje, hangkousje, hanglicht, invertlicht, invertgloeilicht, gaskaars, gasornament, brandring, acetyleenlamp, kwiklamp, neonlamp, glimlamp, neonbuis, flitser.

gloeikousindustrie, gloeikousfabrikant.

elektrische lamp, gloeilamp, hanglamp, kaarslampje, schuifsnoerlamp, treksnoerlamp, elektrische peer, bougie, halfwattlamp, draadlamp, metaaldraadlamp, spiraaldraadlamp, staaflantaarn, osmiumlamp, kooldraadlamp, koollamp, booglamp, booglicht, kwikbooglamp, tweepits, argalamp, kwikzilverlamp, kwikdamplamp, natriumlamp, kwartslamp, hoogtezon, differentiaallamp, menglichtlamp, fluorescentielamp, buislamp, lichtbuis, TL-buis,jupiterlamp, daglichtlamp, zonnelichtlamp, mignonlamp, zaklamp, knijplamp, peerlamp, straallamp, sofittenlamp, lichtmast, lichtbaak, draaibaken, vuurbaak, vuurtoren, lichttoren, toren, brandaris, draaivuur, vuur, schijnwerper, pharus, vogelrek van een vuurtoren.

gloeidraad, koolspits, lichtboog, booglichtstift, koolstift, koolbeugel, kool

draad, benedenblok, voetje, lamphouder, lampfitting, fitting, plafondfitting, wandfitting, plugfitting, stekkerfitting, socket, sok, ringnippel, kapdrager, lampekapje, schroefballon, reflector, schuifsnoer, treksnoer, zolderrozet, plafondrozet, de rollen, het gewicht, snoerhouder, kronendraad, ornamentleiding, kroonsteentje, schutglas, schutkorf, wandarmatuur, aansluitsnoer, contactdoos (kontakt...), steekdoos, contactstop, steker, stekker, tweelingstekker, schakelaar, lichtnet.