Wat is de betekenis van Labrum?

2025-07-17
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Labrum

bak of vaas met dikke, naar buiten geronde rand

2025-07-17
Woordenboek Nederlands -Latijn

Dr. J.F.L. Montijn (1949)

Lăbrum

1. i, n. lip; spreekw., primis labris gustasse of ne primoribus quidem labris attigisse alqd, Cic. | rand (van een vat, van een gracht). 2. lābrum, i, n. bekken, bassin, inz. badkuip; wijnkuip.

2025-07-17
Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Labrum

Labrum of bovenlip, harde chitineuze plaat, die de mondopening bij de insecten afdekt. Zij is ontstaan uit een plooi van het kopschild en hiermede meestal beweeglijk verbonden.

2025-07-17
Pinkhof geneeskundig woordenboek

Herman Pinkhof (1923)

Labrum

(Lat.), L. glenoidale, de ring van vezelachtig kraakbeen, waaraan de beursband van verschillende gewrichten (schouder- en heupgewricht bijv.) gehecht is.

2025-07-17
Uitheemsche geneeskunde termen

dr. H. Pinkhof (1923)

Labrum

(Lat., lip), L. glenoidale, de ring van vezelachtig kraakbeen, waaraan de beursband van verschillende gewrichten (schouder- en heupgewricht bijv.) gehecht is.

2025-07-17
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

labrum

[Lat.], m. (-s), bak of vaas met dikke, naar buiten geronde rand als een onderlip.

2025-07-17
Woordenboek der Grieksche en Romeinsche Oudheid

Z.C. de Boer, J.G. Schlimmer (1910)

Labrum

Labrum - een groote steenen of metalen kuip tot allerlei gebruik, vooral het koudwaterbekken in de heete badzaal der badhuizen.

2025-07-17
Prisma Latijn Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)

Gerelateerde zoekopdrachten