Wat is de betekenis van Keizer?

2025-07-17
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Keizer

m. (-s). 1. titel der heersers over het Romeinse Rijk sedert Tiberius; 2. titel van het hoofd van het H. Roomse Rijk, sedert Karel de Grote; Keizer Karel, Karel V; 3. later titel van andere vorsten en ook gebruikt als betiteling van machtige vorsten in exotische landen of in ’t alg.: de keizer van Duitsland, de Duitse keize...

2025-07-17
Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

keizer

hoofd van een keizerrijk. hoogste vorst die een keizerrijk regeert, zoals in het Romeinse Rijk, in China ten tijde van de keizerrijken of in Duitsland tussen het einde van de 19e eeuw en het begin van de 20e eeuw; hoofd van een keizerrijk; vorst in een keizerrijk. Voorbeelden: Het purper werd in de oudheid de kleur van keizers omdat...

2025-07-17
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

keizer

(2013) (stud.) goeie kerel. • Keizer. Goeie kerel, iemand die een goede actie heeft gedaan. (Elsevier, 09/02/2013, over studententaal)

2025-07-17
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

keizer

keizer - Zelfstandignaamwoord 1. (adel) een monarch van de allerhoogste rang, oorspronkelijk die van het Romeinse rijk Keizer Karel V verenigde de zeventien Nederlanden tot een eenheid met een gezamenlijke Staten-Generaal.

2025-07-17
Bijbels Lexicon

Karina van Dalen-Oskam & Marijke Mooijaart (2017)

Keizer

Geef de keizer wat des keizers is, geeft de overheid wat men haar verschuldigd is; betaal de belasting. De keizer in deze uitdrukking is de keizer van Rome, de overheerser van Israël in de tijd van Jezus. De context is een discussie tussen Jezus en de Farizeeën. De laatsten willen hem een strikvraag stellen en hem vragen of men wel belasting moet b...

2025-07-17
Familienamen

Leendert Brouwer (2017)

Keizer

Bij het ontstaan van de familienaam kan men denken aan een huisnaam (In de Keizer), een dienstverband bij de keizer (of een andere relatie tot hem), of aan iemand met de bijnaam De Keizer omdat hij zich als een keizer voordeed.

2025-07-17
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

keizer

keizer - zelfstandig naamwoord uitspraak: kei-zer 1. heerser over een heel groot rijk ♢ de keizer zat op de troon als hij regeerde Zelfstandig naamwoord: kei-zer de keizer de keizers...

2025-07-17
Nieuwe encyclopedie van Fryslân

Meindert Schroor PhH (2016)

Keizer

In 962 kroonde de paus de koning van Duitsland, Otto I, tot eerste keizer van het Roomse (vanaf de 12e eeuw Heilige Roomse) Rijk. Sindsdien werden de Duitse koningen tot keizer gekroond, aanvankelijk kort na hun verkiezing, later soms pas na verscheidene jaren of in het geheel niet; in de tussentijd werden zij Rooms-koning genoemd. Het Roomse keize...

Wil je toegang tot alle 20 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-17
Woordenboek van Eufemismen

Marc de Coster (2004)

keizer

In verbloemende uitdrukkingen zoals: (1) gaan waar de (of: de koning) te voet gaat (of: geen ambassade kan zenden): naar het toilet gaan. Dit eufemisme wijst op de gelijkheid van de standen wanneer het op lichaamsfuncties aankomt. Vermeld door het WNT (zonder citaat). Vgl. het Franse eufemisme: aller ou le roi va à pied. Duits: dahingehen, wo der K...