Wat is de betekenis van Interim?

(Lat.), o. (Zuidn. m.), tussentijd, inz. tijd tussen het aftreden van een functionaris en het optreden van zijn opvolger : minister ad interim, tijdelijk, waarnemend ; de directeur ad interim; — (Zuidn.) tussentijdsambt: een interim waarnemen.

interim.

"Interim" is een term die wordt gebruikt om een tijdelijke of tussenliggende periode of positie aan te duiden. Het verwijst naar een overgangsperiode tussen twee vaste punten of een tijdelijke vervanging voor een afwezige of openstaande functie. De term komt voor in verschillende contexten: - (business) een "interim-manager" ve...

interim - Zelfstandignaamwoord 1. (m) (beroep) tijdelijke werkkracht, interimaris 2. (n) (in Nederland) tweemaal per jaar uitbetaalde ziektekostenuitkering voor ambtenaren 3. (n) (in België, niet algemeen) tussentijds ambt, tijdelijke betrekking interim - Bijvoeglijk naamwoord * tijdelijk interi...

interim - 1. tijdelijke, voorlopige ♢ hij maakt deel uit van de interim regering

tijdelijke baan (informeel) Het is de laatste jaren al eens gebeurd dat ik ergens een interim kon doen waarvoor ik nooit een cent heb gezien. Daar bestaat een woord voor: slavernij.' (De Standaard) Belgisch-Nederlandse Standaardtaal Gangbaarheid: 6 Vlaamsheid: 2

(de, -s) tijdelijke betrekking als vervanger, tijdelijke baan als uitzendkracht - een interim doen/hebben, als uitzendkracht werken. We proberen de seizoensschommelingen voorts op te vangen met interims. Interimarbeid wordt echter wel tot een minimum beperkt. - BvL, 23-10-2002.

[Lat. = ondertussen, onderwijl] tussentijds; ad-, afk. ad int. of a.i., voorlopig, waarnemend, voor de tussentijd waarin een ambt onbezet is.

tussentijd