Wat is de betekenis van exploiteren?

2025-07-17
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Exploiteren

(exploiteerde, heeft geëxploiteerd), (<Fr.), 1. (een bezit of arbeidskrachten) gebruiken om er voordeel uit te trekken, winstgevend maken; een stuk grond, een bos, een mijn exploiteren; een spoorweg, een fabriekszaak, een schouwburg exploiteren. 2. misbruik maken van iem.’s arbeidskracht, zijn diensten of zijn goedgeefsh...

2025-07-17
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

exploiteren

exploiteren - Werkwoord 1. (ov) draaiende houden met winst Henk wil graag een bedrijf voor reclamezuilen exploiteren. Woordherkomst afgeleid van het Franse exploiter (met het achtervoegsel -eren) Synoniemen uitbaten. profiteren, beheren munt slaan uit iets geld uit iets sl...

2025-07-17
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

exploiteren

exploiteren - regelmatig werkwoord uitspraak: eks-plwà-te-ren 1. zo gebruiken dat het winst oplevert ♢ welke firma exploiteert de nieuwe tunnel? Regelmatig werkwoord: eks-plwà-te-ren ik exploiteer ...

2025-07-17
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Exploiteren

[Fr. exploiter, van Lat. explicitare, frequentatief van explicare; zie expliceren] 1 iets dat men bezit gebruiken om er financieel voordeel uit te trekken, het winstgevend te maken; ontginnen (bijv.: stuk grond, mijn); een bedrijf in werking stellen en houden (bijv.: bioscoop); 2 iemands arbeidskracht, die...

2025-07-17
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Exploiteren

winstgevend maken; uitbuiten; ontginnen

2025-07-17
Kramers woordentolk

Jacon Kramers Jz (1948)

exploiteren

ontginnen (bv. een mijn); voordelen trekken, uitbuiten (bv. een bediening of post, de onnozelheid of nieuwsgierigheid van het volk enz.); een dagvaarding of andere acte betekenen; uitvoeren (v. een contract).

2025-07-17
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

exploiteren

geëxploiteerd (Fr. v. Lat. explicitum = iets ontwikkelds: 1 bezit of arbeidskrachten gebruiken om er voordeel van te trekken; winstgevend maken; in gang brengen of houden; ontginnen; 2 ongunstig: misbruik maken van, partij trekken van, uitbuiten): 1. mijnen, spoorwegen enz. exploiteren; 2. iem. exploiteren; iems. onkunde exploiteren; nog (rech...

2025-07-17
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

exploiteren

(eksplwa'te:rən) (exploiteerde, heeft geëxploiteerd) [Fr. < Lat. explicitum, iets ontwikkelds] 1. winstgevend maken: een mijn -. 2. misbruik maken van, uitbuiten: iemands goedheid-. 3. Recht, exploten doen, betekenen.

Wil je toegang tot alle 15 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-17
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

exploiteren

[Fr.] (exploiteerde, heeft geëxploiteerd), (overg.) 1. (een bezit of arbeidskrachten) gebruiken om er voordeel uit te trekken, winstgevend maken: een stuk grond —; 2. misbruik maken van iemands arbeidskracht, zijn diensten of zijn goedgeefsheid uitbuiten; (onoverg.) 3. exploten doen.