Wat is de betekenis van dolver?

2025-07-19
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

dolver

(1906) (Barg.) boksijzer. • (Köster Henke: De boeventaal. 1906) • Soms zet zoo’n jongen op een grienen (huilen), of er komt mot (ruzie) door de kit (boosheid) van den geplukte. Dan gaan ze kloppen, dobberen (doppen), knokken, rammen, looien, wat allemaal vechten beteekent Veelbelovende jonge looiers maken daarbij soms...

2025-07-19
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Dolver

(Barg.) boksijzer

2025-07-19
Boevenjargon

Professor Henry Roskam (1949)

dolver

boksijzer.

2025-07-19
De vreemde woorden

Fokko Bos (1914)

dolver

dolver, - m., (argot) boksijzer.