Wat is de betekenis van commanderen?

2025-07-19
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Commanderen

(commandeerde, heeft gecommandeerd), (<Fr.), 1. bevel voeren over, inz. m. betr. tot militair gezag ; commanderend officier, hoogste in rang der aanwezige officieren; 2. bevelen, gebieden (met een persoon of de inhoud van het bevel als voorwerp); (zegsw.) commandeer je hond en blaf zelf, je hebt mij niet te bevelen; 3. (Zuidn.) bestellen.

2025-07-19
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

commanderen

commanderen - Werkwoord 1. het bevel voeren over, door middel van korte krachtige opdrachten geven Als het erop aankomt, heeft Dafne het laatste woord. Ik heb in het eerste jaar van onze samenwerking al geleerd dat ik haar niet kan commanderen. Dat werkt niet bij Dafne. Ze geeft het ook aan als ik te...

2025-07-19
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

commanderen

commanderen - regelmatig werkwoord uitspraak: com-man-de-ren 1. bevelen geven ♢ ik laat me niet door hem commanderen Regelmatig werkwoord: com-man-de-ren ik commandeer jij/u commandeert...

2025-07-19
Vlaams-Nederlands woordenboek

Peter Bakema (2003)

commanderen

(commandeerde, gecommandeerd) in België ook: bestellen.

2025-07-19
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Commanderen

(kommanderen) bevelen; het bevel voeren

2025-07-19
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Commanderen

bevelen; het bevel voeren; ook: bestellen

2025-07-19
Kramers woordentolk

Jacon Kramers Jz (1948)

commanderen

bevelen, bevelen geven, bevel voeren; bestellen; (met geschut) bestrijken.

2025-07-19
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

commanderen

gecommandeerd (Fr. bevelvoeren; bevelen, gelasten, gebieden; aanvoeren): commandeer de hond en blaf zelf.

Wil je toegang tot alle 15 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-19
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Commanderen

[Fr.] (commandeerde, heeft gecommandeerd), 1. bevel voeren over, m.n. met betrekking tot militair gezag; commanderend officier, hoogste in rang van de aanwezige officieren; hij die het bevel voert over een garnizoen of een grote militaire eenheid; 2. bevelen, gebieden (met een persoon of de inhoud van het bevel als object); (zegsw.) commandeer je...