Boogscheut
v. (-en), zie -schot.
Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)
kleine afstand. relatief kleine afstand; steenworp. Voorbeelden: De eerste keer zijn wij samen achteraf in de lift gestapt. En op straat is zij vlug weggelopen. Toch maar een boogscheut tot aan haar huis. Clem Schouwenaars, Liliane, of De spiegelingen van leugen en liefde, 1983 De ster heet Lalande 21185 en staat op amper 8,1...
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Peter Bakema (2003)
(de) kleine afstand, steenworp. Op de terugweg wil ik nog even aanwippen bij vrienden die in Geraardsbergen wonen, volgens de kaart een boogscheut hier vandaan. -DM, 05-08-2002.
Walter De Clerck (1981)
Kleine afstand, eig. afstand waarover een uit een boog geschoten pijl draagt; boogschot; vooral in de verb. op een boogscheut (van -). Het eigenlijke woud begint een boogscheut verder, TEIRLINCK 1952, 1, 65. Ze woont een boogscheut hier vandaan, Vrouw en Wereld juli/aug. 1976, p. 32. Het hotel... dat op nauwelijks een boogschut van...
Jozef Verschueren (1930)
m. (-en) 1. Eig. boogschot. 2. Metn. afstand waarover een scheut uit een boog draagt: het is nog een ver.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: