Afmaker
m. (-s), hij die afmaakt, in ’t bijz. : 1. (in de walvisv.) de persoon die de walvis afmaakt, ook kapper, bank- of strandsnijder genoemd ; 2. vilder, slachter : 3.(diamantslijperij) het werktuig waarmede men de diamant die gesneden moet worden, vasthoudt om die met de meesnijder te bewerken en zodoende te voltooien, mee...