Wat is de betekenis van afmakertje?

2025-07-26
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Afmakertje

o. (-s).

2025-07-26
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

afmakertje

afmakertje - Zelfstandignaamwoord 1. verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord afmaker