Wat alle andere gordeldieren tegen vijanden moeten beschermen door haastig in de grond te kruipen, de kwetsbare buikzijde, kan het grappige kogelgordeldier laten verdwijnen door zich, nog mooier dan een egel, op te rollen tot een harde, prachtig sluitende bal. Misschien zijn alleen de jaguar en de manenwolf in staat de bek wijd genoeg open te sperren om de harde bal te kraken.
Lang kan het dier niet in de stijf opgerolde toestand blijven; zijn ademhaling wordt er te veel door belemmerd. Maar ook dan is het dier nog niet weerloos. Het laat zich op een zij rollen, met het pantser een klein stukje geopend. Zodra een vijand probeert in de nu ogenschijnlijk onbeschermde buik te bijten, klapt het gordeldier het pantser als een stalen klem dicht. Een aanvaller die eenmaal met de neus in die klem heeft gezeten, zal het geen tweede keer proberen. Als alle armadillo’s heeft het kogelgordeldier een rugpantser dat voor een deel bestaat uit beenachtige stroken die door een soepele, taaie huid scharnierend met elkaar zijn verbonden. Het kogelgordeldier heeft drie van die banden, soms zelfs maar twee. Men zou verwachten dat het dier zich heel wat minder gemakkelijk zou kunnen buigen dan bijvoorbeeld een langstaartgordeldier dat er omstreeks negen heeft. Bij de ‘driebander’ echter zijn het vaste voor- en achterschild aan de randen niet met de huid verbonden, waardoor er in het schild nog voldoende ruimte is om kop, staart en poten er bij het oprollen in op te bergen. Kop en staart passen naast elkaar prachtig in speciale uitsparingen in het rugpantser.
Om zich aan vijanden te onttrekken, behoeven de dieren dus geen holen te maken. Voor het grootbrengen van hun jongen schijnen ze gebruik te maken van de onderkomens van andere dieren, zoals termieten en verschillende knaagdieren. Zoals een geboorte in Artis aantoonde, kennen de kogelgordeldieren geen zogenaamde uitgestelde inplantatie, zoals een aantal van hun ‘gewone’ verwanten.
■ Totale lengte 40-45 cm; staart 6-9 cm; gewicht 1300-1400 gr.
Donker grauwbruin.
Voedsel: Insekten, vooral mieren en termieten; met krachtige klauwen van voorpoten wordt boombast weggereten zodat insekten kunnen worden bereikt. Eet voorts ook plantaardige kost.
Draagtijd in Artis 114 dagen; één jong; bleef 30 dagen bij moeder in hol, was toen halfwas. Na 7 weken praktisch even groot als volwassen dier. Pantser wat weker en gaver dan van ouders.
Komen twee, misschien drie soorten voor. Matacos-kogelgordeldier is bekendste.
Zie ook gordeldieren.
La Plata Three-banded Armadillo • Kugelgürteltier • Tatou apare
Tolypeutes matacus.