Artis dierenencyclopedie

H. van de Werken (1969)

Gepubliceerd op 01-11-2023

Koffer- en Kogelvissen

betekenis & definitie

Koffer- en kogelvissen, aangevuld met â–ºegelvissen zijn drie nauw verwante en in vele opzichten op elkaar lijkende families van hoogst curieuze zeebewoners. Ze worden dikwijls, ook in boeken, met elkaar verward, wat een beetje onbegrijpelijk is want hun naam typeert ze duidelijk genoeg.

De egelvissen zijn zonder meer te herkennen aan de grote stekels die ze op het lichaam dragen. De kogelvissen zijn bolle diertjes die al net zo’n aandoenlijk ‘gezichtje’ met grote ogen en mummelbekjes hebben als hun gestekelde verwanten. Ook zij kunnen zich als er gevaar dreigt zo nodig tot wanstaltige balonnen ‘opblazen’ door snel water of lucht op te zuigen. Ze zien er dan zielig opgeblazen uit, maar dat middel heiligt het doel – schrik aanjagen en te groot lijken om te worden opgehapt – ruimschoots. Zo bolrond blijken ze ook een beetje gestekeld te zijn; door het spannen van de huid komen kleine puntjes te voorschijn die normaal in de huid verborgen liggen. Hun laatste verdedigingsmiddel is hun giftigheid. Daar schiet het individu niet veel mee op als hij door een vijand wordt gepakt, maar het geeft de soort toch meer veiligheid want tegenstanders leren uit ervaring dat je beter van die ronde vissen kunt afblijven. Die giftige kogelvissen leven daarom niet in het verborgene, maar zijn integendeel vaak zeer opvallend gekleurd: de zogenaamde waarschuwingskleuren die voor vijanden het ‘onveilig-sein’ betekenen.

Zoiets is niet ongewoon in de dierenwereld; talloze giftige vlinders, rupsen, kevers, kikkers, enzovoorts dragen eveneens een extra kleurig pakje. Slimmeriken maken daar dankbaar gebruik van, door zich in net zo’n pakje te hullen, terwijl ze zelf niet giftig zijn. Zo is er ook een valse kogelvis, geen directe familie, maar die toch sprekend op een bepaalde soort kogelvissen lijkt en dikwijls zelfs in een school ervan meezwemt. Het gif is ook voor mensen gevaarlijk; het veroorzaakt ernstige krampen van het spijsverteringsapparaat, speciaal de zenuwen van de maag.

In het mummelbekje van de kogelvissen zit een vervaarlijk kauwapparaat, gevormd door de vier met glazuur beklede kaakbeenderen, in het midden gescheiden door een spleet. Men behoeft maar één keer, op een afstandje van hun aquarium, te hebben gehoord met hoeveel gemak en krakend lawaai ze een slakkenhuis verpulveren, om diep respect voor hun gebit te hebben.

De koffervissen zijn ook al wat hun naam zegt: koffers, benige ‘koffers’, opgebouwd uit harde beenplaten die hun lichaam als een pantser omgeven en waarin als het ware openingen zijn uitgespaard voor ogen, bek, staart en vinnen. Ook hun vlees is giftig en bovendien scheiden zij bij gevaar gif af in het water waardoor andere vissen kunnen worden gedood. In een aquarium kan hun dood voor de andere bewoners noodlottige gevolgen hebben omdat stervende koffervissen de gifstoffen in een verhoogde concentratie schijnen af te geven. Het gif blijft lange tijd werkzaam.

Alle leden van de drie families zijn geen snelle maar wel behendige zwemmers, die met snel vibrerende vinnen letterlijk alle richtingen uitkunnen, ook achteruit.

Koffervissen leven doorgaans in ondiep water van tropische zeeën. Van sommige soorten worden de jongen aangetroffen in het brakke water van lagunen en riviermonden; bij het ouder worden keren ze terug naar zee. Kogelvissen houden zich vaker op in brak en ook zelfs in zoet water.

< >