Zo schuw en zachtaardig als de meeste kikkers zijn, zo agressief, wild en vechtlustig is de gewone hoornkikker, een vertegenwoordiger uit de Zuidamerikaanse groep hoorn- of gehoornde kikkers. Die hoorns, hoezeer de uitsteeksels boven hun ogen er misschien op lijken, zijn maar schijn en bestaan uit een lapje rechtopstaande huid, verlenging van de bovenste oogleden.
Ze hebben vermoedelijk geen andere betekenis dan de kikkers een afschrikwekkend aanzien te geven. En als het uiterlijk niet voldoende is, zijn het de daden van het dier wel. Vijanden gaan ze onvervaard tegemoet. Onder het slaken van harde, blaffende geluiden brengen ze met de sterke kaken van hun zeer grote bek pijnlijke verwondingen toe. Daarvan kunnen de dierenverzorgers getuigen, die hoornkikkers onder hun hoede hadden en hun vingers niet snel genoeg terugtrokken toen zo’n dier boos aanviel.
Hoornkikkers zijn grondbewoners, die overdag in het gras of onder bladeren wegduiken of met de achterpoten snel een gaatje in de grond trappen, waarbij ze de grond tegelijk over zich heen gooien, ’s Nachts gaan ze, gewoonlijk in hun eentje, op jacht. Alles, tot en met een kleine muis, is van hun gading en wordt opgeslokt.
■ Totale lengte 12-15 cm; vrijwel rond, tamelijk plat dier met zeer grote bek.
Groenachtig met donkere ronde vlekjes op kin en buik, grotere grilliger vlekken en strepen op rug en snuit.
Voedsel: Allerlei insekten, reptielen, amfibieën en zoogdieren tot muisgrootte. Zeer vraatzuchtig.
Over voortplanting – uiteraard eieren waaruit larven komen die na verloop van tijd metamorfoseren – is weinig of niets bekend.
Wordt soms tot de padden gerekend en op sommige plaatsen als giftig beschouwd.
Zie ook kikkers en padden.
Horned Frog • Hornfrosch • Grenouille cornue
Ceratophrys ornata.