Met zijn gepaarlde, rosé of oranje met zwarte huid, brede kop en grote bek ziet het in de zuidwestelijke Verenigde Staten levende gilamonster er opvallend uit. Met een naast en al even bizar Mexicaans familielid, escorpion genaamd, is hij de enige van de tegen de 3000 op aarde levende soorten hagedissen, die giftig is.
Strikt genomen is zijn gif zó gevaarlijk dat een goede beet een mens kan doden. Het gebeurt echter maar hoogst zelden; het gilamonster is ondanks zijn naam en faam namelijk een vreedzaam dier. Dat wist men al 400 jaar geleden. Een Spaans geschrift uit 1577 zegt over de escorpion dat ‘het dier niemand kwaad doet tenzij het wordt aangevallen of getergd’. Dit geldt ook voor zijn noordelijker levende neef. Via gegroefde tanden komt het gif op een veel primitievere manier dan bij slangen in een tegenstander. Het principe is overigens vrijwel gelijk; het gif vloeit echter vanuit de aan de buitenkant van de onderkaak gelegen gifklieren veel langzamer toe en wordt bovendien in de bek met speeksel vermengd. Het duurt daardoor vrij lang eer het de bijtwond bereikt. Als men wordt gebeten, is het zaak snel tussen de kaken van het reptiel vandaan te komen. Dat is niet gemakkelijk want wat het dier vast heeft, laat het niet gauw los. Vermoedelijk dient het gif niet in de eerste plaats voor het doden van een prooi, maar is het meer een verdedigingswapen.
Gilamonsters leven in enigszins woestijnachtige gebieden, met ’s zomers flinke regen. Ze zijn dol op water wat ze in gevangenschap tonen door veel in hun baadbak te liggen – en zijn, ofschoon woestijnbewoners, niet tegen grote hitte en droogte bestand. Zolang het niet al te droog en warm is, zijn ze overdag actief; in de hete zomermaanden worden ze nachtdieren, die de dag in holen onder de grond doorbrengen. Daar verblijven ze ook in de koude wintermaanden – meestal in de onderkomens van andere woestijndieren, soms graven ze met hun krachtige klauwen de holen zelf.
De prooi van de trage gilamonsters bestaat uit gemakkelijk te grijpen dieren, nestjongen bijvoorbeeld, zowel van zoogdieren – konijnen, grondeekhoorns – als van vogels. Eieren van vogels, schildpadden, hagedissen en slangen weten ze met behulp van hun uitstekende reukvermogen tot onder het zand op te sporen.
■ Totale lengte 45-50 cm. Grootste was 54 cm. Mexicaanse soort tot 1 m.
Zwart-grijs met rose of oranjeachtige, rosetachtige vlekken.
Voedsel: Alerlei kleine dieren en eieren, ook hagedissen en slangen.
Gem. 4-7 witte eieren, 6 bij 3 cm. Worden in vochtig zand gelegd. In dierentuin van San Diego kwamen eieren na 124-130 dagen uit. Daar ze in natuur omstreeks juli worden gelegd, zouden jongen er in najaar, dus ongunstige tijd, worden geboren. Mogelijk ‘overwinteren’ eieren en/of jongen tot het warmer wordt.
Verspreiding 40 miljoen jaar geleden veel groter; fossielen ook in Europa gevonden. Gila uitspreken als hiela. Wordt wrathagedis genoemd. Zie ook hagedissen.
Gila Monster • Krustenechse, Gilatier • Héloderme
Heloderma suspectum.