bijverdienste.
werk dat iemand hier en daar, of af en toe als bijverdienste verricht, vaak kleine, maar lucratieve karweitjes naast het vaste werk.
Voorbeelden:
Inflatie en dreiging van werkloosheid hebben vooral de lagere regionen van de journalistiek, waaruit de hogere toch moeten voortkomen, niet met rust gelaten. Moeilijk te schatten is de schade van de "schnabbel', het meegepikte schrijfwerk om niets dan geld, dat volstrekt buiten zijn eigen sfeer van werken valt. Bij gelijkblijvende verantwoordelijkheid is de "modale journalist' hier verder in een hoek geraakt. Dat heeft zijn stand geradicaliseerd.
H.J.A. Hofland, Betrekkelijke kleinigheden, 1976
Onze databank blijft beperkt tot producties uit het professionele podiumkunstencircuit, en voor de vraagstelling brengt dat restricties met zich mee. We houden geen informatie bij over mogelijke schnabbels zoals gastlezingen of reclamespotjes voor brie of Passendale light.
http://www.vti.be/pdf/VTi_acteursonderzoek1.pdf, 2002
Ze haatte het muzikantenbestaan en dankte god op d'r blote knieën, dat ze Willem zover had, dat hij z'n droom van een beroepsorkest had opgegeven en z'n oude stiel weer had opgevat. Het loon mocht karig zijn, het was wel vast en ondanks de crisis zat hij geen dag zonder werk. Samen met z'n schnabbels met de band bracht Willem wekelijks een aardig bedrag mee naar huis, haar enige reden om hem de lust tot spelen niet helemaal te benemen.
Jules Deelder, The Eddie Daté Story, 1977
Films dubben is lang geen schnabbel meer voor gebuisde akteurs. Zijn debuut was Kuifje, herinnert De Koninck zich. Hij legde een stemproef af voor Janssen en Jansen, maar het werd kapitein Haddock.
De Standaard, 1996