beginsel dat de staat in religieus opzicht neutraal behoort te zijn.
Voorbeelden:
De kerk heeft zich er nooit mee kunnen verzoenen dat ze in de maatschappij meer en meer een marginale positie bekleedt. Door de scheiding van kerk en staat is haar plaats in onze maatschappij sterk teruggedrongen.
De Standaard, 1996