Neutraal
(<Fr.), bn., 1. tot geen van twee tegenover elkaar staande (oorlogvoerende) partijen behorende, onzijdig: de neutrale mogendheden, die niet bij de oorlog betrokken zijn; een neutrale houding aannemen; zich neutraal verklaren; neutraal blijven; schepen onder neutrale vlag, van een neutrale mogendheid; 2. niet ke...