Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Gepubliceerd op 30-05-2017

ruwhaar

betekenis & definitie

Het begrip ruwhaar heeft 3 verschillende betekenissen:

1) huisdier of huisdierenras met ruw haar.
huisdier of huisdierenras met ruw haar; ruighaar.
In toepassing op hondenrassen, bv. de teckel, maar ook in toepassing op cavia's.

2) ruwharig vachttype.
ruwharige vacht bij rasdieren beschouwd als vachttype en als erfelijke eigenschap.

3) met ruw haar.
ruwharig; ruw haar hebbend; met ruw haar.

< >