ketelvormig slaginstrument.
slaginstrument dat bestaat uit een ketelvormig lichaam in metaal, hout of kunststof waarover een vel is gespannen dat kan worden gestemd door de spanning ervan te regelen, dat wordt bespeeld met stokken, en dat vooral wordt gebruikt in klassieke orkestmuziek.
Vooral in het meervoud, omdat het instrument zelden alleen wordt gebruikt, maar meestal in stellen van twee of drie.
Voorbeelden:
Pauken zijn grote, met een vel overspannen koperen ketels. De toonhoogte wordt veranderd door het aanspannen van een vel met schroeven of door het indrukken van pedalen. De pauken kunnen gemakkelijk gestemd worden. Ze worden bespeeld met houten stokken waarvan de koppen soms omwikkeld zijn met vilt, flanel of leer.
http://users.pandora.be/dirk.viaene/muziek1.htm, 2002
De bassen rechts op een rijtje, de pauken achter de amorfe massa van rijzende en dalende vioolstokken, de regelmatig uit de stemmig geklede massa opduikende solisten, en na afloop de smakeloze uitsloverij van de voorman die, al buigend en flikflooiend, dan ook nog de handen van zijn medewerkers moest vasthouden.
Janwillem van de Wetering, De doosjesvuller en andere vondsten, 1984
Zodra dirigent Bernard Haitink het sein geeft voor de pauze, laten de drie bodes geroutineerd de piano en vleugel per lift verdwijnen, brengen extra pauken naar boven en schroeven en passant een lessenaar op de gewenste hoogte.
NRC, 1994