patser.
Voorbeelden:
Een door omstandigheden schatrijk geworden patjepeeër zal juist aan zijn weelderig gedekte dis de patjepeeër bij uitstek zijn.
A.F.Th. van der Heijden, De tandeloze tijd. Dl 1: Vallende ouders., 1983
'Mamma, jij bent socialist, jij kunt toch geen vriend hebben die in een Mercedes rijdt?' Hoe mijn moeder een affaire kon hebben met een patjepeeër als P. vond ik destijds een absoluut raadsel.
Ronald Giphart, Het leukste jaar uit de geschiedenis van de mensheid, 2002
Men kende mij daar nog en de poortwachter trad naar voren met een hand op de rug, zoals portiers doen van luxe hotels als ze een miljoenenzware patjepeeër zich uit zijn auto zien kantelen, en boog.
Willem Brakman, Gesprekken in huizen aan zee, 2002
