Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Gepubliceerd op 30-05-2017

onderrok

betekenis & definitie

rok als onderkleding.

rok die onder een bovenrok wordt gedragen.

Voorbeelden:
Ze zet haar knieën naast elkaar, trekt haar rok en onderrok omhoog. Even boven haar knieën worden haar kousen met zwarte elastieke banden vastgehouden.
R.J. Peskens, Twee vorstinnen en een vorst, 1976

Ze gleed met haar inmiddels blote voeten op de vloerplanken. Haar rok schoof op, haar witte onderrok kroop mee.
Joyce Roodnat, 't Is zo weer nacht, 2001

< >