Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Gepubliceerd op 30-05-2017

koningskind

betekenis & definitie

kind van een koninklijke familie.

kind van een koning en/of koningin; kind dat in een koninklijke familie geboren wordt; prins of prinses.

Voorbeelden:
Het was een schouwspel waarvan ik niet genoeg kon krijgen. Altijd weer keek ik stomverbaasd naar de witheid van hun jurk of matrozenpak en hun zo mogeijk nog blankere sokjes en schoenen. Hoe was zoiets mogelijk? Ook hun haar was onberispelijk: het vlot geknipte kopje van Joséphine Charlotte, de bles op het voorhoofd van Boudewijn en het mooist van al, de blonde krullen van Albert. Maar het toppunt waren die witte sokjes en schoenen. Was het omdat zij koningskinderen waren dat ze konden spelen zonder zich vuil te maken?
De Standaard, 1996

De beschrijving van de omstandigheden waaronder in het paleis een koningskind geboren wordt, doet denken aan de Belgische 'koningskwestie'.
Thomas Vaessens, Postmodernisme en leesstrategie, 2001

< >