Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Gepubliceerd op 30-05-2017

klapstoel

betekenis & definitie

inklapbare stoel.

stoel die ingeklapt kan worden; inklapbare stoel.
Vaak gebruikt in de verkleinvorm klapstoeltje.

Voorbeelden:
Het hotelletje beweegt, de piepjonge Mireille, die er haar vakantie werkend komt doorbrengen, slaat de klapstoelen op het terras open, besproeit de begonia's, verdwijnt voor het ontbijt van traag opdagende gasten.
Jan Veulemans, Ach, mijn dal, 1981

Maar de dagjesmensen langs de wegen hielden niet van een bonte berm vol bloemen en hoog gras waarin de klapstoel niet kon staan.
http://www.bijenhouders-zlto.nl/drachtplanten/index.htm, 2001

De speelzaal van het particuliere kinderdagverblijf Bambini in Leiden is op woensdagavond vrijwel geheel gevuld met bezorgde ouders. De speeltoestellen zijn ter gelegenheid van de spoedvergadering vervangen door klapstoelen.
NRC, 1993

Toehoorders moesten op de trap of op de grond zitten. In de pauze werden klapstoelen aangesleept.
NRC, 2000

< >