Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Gepubliceerd op 30-05-2017

kangoeroe

betekenis & definitie

buideldier uit Australië.

buideldier met korte voorpoten, zeer lange achterpoten en een lange, sterke staart, dat in Australië, op Tasmanië en Nieuw-Guinea voorkomt.
Er zijn meer dan veertig soorten en op basis van grootte worden wallaby's, wallaroes en reuzenkangoeroes onderscheiden.

Voorbeelden:
De kangoeroe beschouwen ze als hun nationaal symbool, hoewel ze er elk jaar zo een zeven miljoen van neerleggen omdat deze hoogspringers anders bijna de hele oogst opeten.
De Standaard, 1996

Het liefst eten kangoeroes gras en boombladeren, maar ze lusten ook wel wortels, schors, botten, vruchten en topjes van heidestruiken.
De Standaard, 1996

Overdag is een kangoeroe veelal op zoek naar schaduw. Vaak holt hij voor zichzelf een soort bed uit in de grond en nestelt hij zich erin. Als het erg heet is, dan zoeken kangoeroes, net als honden, verkoeling door te hijgen of hun vacht te likken.
http://www.pretparken.be/nl/info/zoo/dieren/zeeleeuw.asp

Eerst zagen we de kangoeroe door het open veld springen en toen lieten ze een close-up zien van wat er feitelijk in de buidel van de kangoeroe zat: een piepklein kangoeroetje, net een visje, een speldeknopje bijna.
Helene Hemelaers, Die kleine dingen, 1984

< >