instelling voor hypothecaire leningen.
instelling, soms ook een persoon, die onroerend goed als onderpand neemt in ruil voor het verstrekken van geld aan degene die dit onroerend goed wil kopen; instelling voor hypothecaire leningen.
In het dagelijks gebruik wordt met een hypotheek nemen meestal het aangaan van een hypothecaire lening bedoeld; in juridische zin is de hypotheekgever echter degene die zijn onroerend goed in onderpand geeft en de hypotheeknemer de instelling die in ruil voor dat onderpand een lening verstrekt.
Voorbeelden:
Een hypotheeknemer is een geldverstrekker, bijvoorbeeld een bank, die geld uitleent aan een hypotheekgever, bijvoorbeeld een koper van een huis. Tegenover deze geldverstrekking staat dat de hypotheeknemer een hypotheek (eerste recht van verkoop) neemt op het onderpand.
http://nl.wikipedia.org/wiki/Hypotheeknemer
De eigenaar van een onroerend goed die het recht van hypotheek verleent (de schuldenaar) heet hypotheekgever. Zijn financier, aan wie hij het recht van hypotheek verleent, heet hypotheeknemer. Zodra het recht van hypotheek aan hem is verleend, heet deze hypotheekhouder. Het onroerend goed waarop de hypotheek is verleend noemt men onderpand.
http://www.notarislelystad.nl/
De hypotheeknemers (de banken en verzekeraars) verwijzen alle naar de renteontwikkeling op de kapitaalmarkt.
NRC, 1995
Hypotheeknemers kijken voor hun tarieven naar de rente op langlopende leningen op de kapitaalmarkt, die de laatste twee maanden met rond een half procent is gedaald.
NRC, 1995