Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Gepubliceerd op 30-05-2017

horecapersoneel

betekenis & definitie

personeel in de horeca.

personeel in de horeca; groep mensen die in de horeca werkt.

Voorbeelden:
Om te voorkomen dat er een moeilijk beheersbare situatie ontstaat wat betreft de horeca-openingstijden, heeft het college van Rotterdam de sluitingstijden vervroegd. Dat heeft geleid tot een golf van kritiek van kroegbazen, horecapersoneel, taxichauffeurs en andere belanghebbenden.
Meppeler Courant, 1994

Daarom hebben we in 1993 besloten om alle personeelszaken te centraliseren in de nv Hope - een letterwoord voor "Horecapersoneel".
De Standaard, 1996

'Ober, doet u me maar een dubbele'. Deze slogan staat op een poster, die binnenkort in Stadskanaal in horecagelegenheden wordt opgehangen. De klanten van cafés, sportkantines etc. worden er niet mee aangespoord een dubbele borrel te bestellen, maar een taxi met twee chauffeurs: één die de klant en één die z’n auto thuisbrengt. Deze zogenaamde TAP-taxi is een van de onderdelen van het TAP-project, dat in Stadskanaal is gelanceerd. TAP staat voor Tegen Alcomobilisme Project [...]. Volgens wethouder B. Heller moet binnen anderhalf tot twee jaar de TAP-taxi overal in de gemeente op te trommelen zijn. Daarnaast moeten in diezelfde periode bezoekers en horecapersoneel doordrongen worden van de noodzaak van de strijd tegen het alcomobilisme.
Nieuwsblad van het Noorden, 2001

De moeilijkheid om horecapersoneel te vinden, heeft meestal met onregelmatige werkuren te maken.
De Standaard, 1996

< >