bedrijf uit de horecasector.
commercieel bedrijf dat logies en/of spijzen en dranken voor gebruik ter plaatse verstrekt, zoals een hotel, restaurant, snackbar, café enz.; bedrijf uit de horecasector.
Voorbeelden:
Anno 1994 telt het Zwartewatermotel 102 bedden. Het personeelsbestand van de horeca-onderneming is inmiddels uitgegroeid tot vijftig mensen.
Meppeler Courant, 1994
Een derde van de failliete handelszaken waren horeca-ondernemingen.
De Standaard, 1997