Definities van Algemeen Nederlands Woordenboek in de Ensie G
- golfbreker
- golfclub
- golfspeler
- gommen
- gondel
- gong
- goochelaar
- goochelschool
- goodiebag
- googelen
- Gooise
- gordeldier
- gordelplicht
- gordelplichtig
- gorden
- gordijnairbag
- gordijnkiezer
- gordijnstemmer
- Gordon setter
- gorilla
- gors
- gossip
- goud
- goud in handen hebben
- goud op snee
- goud waard zijn
- goud, wierook en mirre
- goudbrasem
- goudbrokaat
- gouden appel
- gouden appels in zilveren schalen
- gouden appels op zilveren schalen
- gouden doelpunt
- gouden echtpaar
- gouden goal
- gouden olympiër
- gouden parachute
- Gouden Schoen
- gouden trui
- goudenmedaillewinnaar
- goudentruidrager
- goudfazant
- goudhaantje
- goudhamster
- goudkat
- goudkleurig
- goudmakreel
- goudmol
- goudplevier
- Goudse
- goudverkoop
- goudvink
- goudvis
- goudzoeker
- gouvernement
- gouverneur
- gouw
- gpf
- gpf'er
- gps-schoen
- graafbij
- graaicultuur
- graaispaarder
- graaitaks
- graan
- graancirkel
- graantje
- graanzolder
- graatmager
- grachtengordeldier
- gradiënt
- graficus
- grafkelder
- grafmaker
- grafologie
- grafoloog
- grafschenner
- grafstemming
- grafstuk
- graftoerisme
- grammofoonplaat
- gramping
- granaat
- granaatappel
- granaatwurger
- granny smith
- grapefruit
- grappenmaker
- grasbij
- graskalf
- graskarper
- grasleeuwerik
- grasmus
- grasparkiet
- graspieper
- graspollen
- graspollenseizoen
- grasstuifmeel
- gratineren
- gratispolitiek