Definities van Algemeen Nederlands Woordenboek in de Ensie J
- ja dag
- ja en amen zeggen
- ja of nee
- ja-stem
- jaagpad
- jaap
- jaar
- jaar van de Aap
- jaar van de Draak
- jaar van de Geit
- jaar van de Hond
- jaar van de Rat
- jaar van het Varken
- jaardag
- jaareinde
- jaargetijde
- jaarling
- jaarrede
- jaartal
- jaartelling
- jaarvak
- jaarwisseling
- jachtfazant
- jachthond
- jachthoorn
- jachthuis
- jachtluipaard
- jachtopzichter
- jachtopziener
- jachtpaard
- jachtseizoen
- jachtspin
- jachttijd
- jachtverbod
- jachtvliegtuig
- jachtvogel
- jack
- jack russell
- jacket
- jackrussellterriër
- jager
- jagersvereniging
- jaguar
- jajem
- jak
- jakhals
- jakkeren
- jalousie de métier
- jam
- Jamaicaan
- Jamaicaanse
- jambe
- jammen
- jampot
- jamsessie
- jamsession
- jan
- Jan de Arbeider
- Jan en alleman
- Jan met de pet
- Jan Modaal
- Jan Publiek
- jan-van-gent
- Jan, Piet en Kees
- Jan, Piet en Klaas
- janmaat
- Jantje Beton
- Jantje Contantje
- jantje-van-leiden
- januari
- januariavond
- januaricijfers
- januaridag
- januarimaand
- januarimiddag
- januarinacht
- januarinummer
- januariochtend
- januaritemperatuur
- januariweek
- januariwind
- januarizon
- Japanse
- Japanse kers
- Japanse makaak
- Japanse nachtegaal
- Japanse oester
- Japanse reuzensalamander
- japon à la française
- jaran kepang
- jarenlang
- jargon
- jarige
- jarige job
- jarretel
- jarretelfilosofie
- jarretelle
- jas
- jasbeschermer
- jasje
