Definities van Algemeen Nederlands Woordenboek in de Ensie D
- de bazuinen van de jongste dag
- de bedrieger bedrogen
- de beer gaat los
- de beer is los
- de beerput opentrekken
- de beest uithangen
- de begindagen van iets of iemand
- de bel luiden
- de bel luidt voor iemand of iets
- de bel staat niet stil
- de Belgische Leeuw
- de benenwagen nemen
- de beuk erin
- de beuk gaat erin
- de bewuste avond
- de bewuste dag
- de bewuste datum
- de bewuste week
- de bezem ergens door halen
- de bezem gaat ergens door
- de bijl aan de wortel leggen van iets
- de blijde boodschap
- de bloem der jeugd
- de bloem der natie
- de bloemetjes en de bijtjes
- de boeken afsluiten
- de boeken bijhouden
- de boeken erop naslaan
- de boeken neerleggen
- de boel op zijn kop zetten
- de boer op
- de boer op gaan
- de boer op trekken
- de bokken van de geiten scheiden
- de bokken van de schapen scheiden
- de bonen gegeten hebben
- de boog gespannen houden
- de boog kan niet altijd gespannen staan
- de boog kan niet altijd gespannen zijn
- de boog moet niet altijd gespannen staan
- de boom van kennis van goed en kwaad
- de boon in de koek krijgen
- de boot afhouden
- de boot in gaan
- de boot is aan
- de boot missen
- de boter eruit braden
- de boter gegeten hebben
- de botte bijl
- de Bouwmeester van het Heelal
- de brave hendrik uithangen
- de brede weg
- de broek aan hebben
- de broek ophouden van iemand of iets
- de broekriem aansnoeren
- de broer van
- de bron van alle kwaad
- de buikriem aansnoeren
- de burgemeesterssjerp dragen
- de cafard hebben
- de Chinese Muur
- de Christelijke Gereformeerde Kerken
- de CIA van de Kerk
- de clou weggeven
- de clown uithangen
- de dag des heren
- de dag tevoren
- de Dag van de Zwembadpas
- de dag van gister
- de dag van gisteren
- de dag van heden
- de dag van iemands leven
- de dag van morgen
- de dagen aftellen
- de dagen korten
- de dagen lengen
- de dagen van iemand of iets zijn geteld
- de dagen van weleer
- de daver slaat iemand op het lijf
- de degens kruisen met iemand of iets
- de degens scherpen
- de derde leeftijd
- de dieperik induiken
- de dieperik ingaan
- de dirigeerstok hanteren
- de dirigeerstok overdragen aan iemand
- de dirigeerstok overnemen van iemand
- de dirigeerstok ter hand nemen
- de dirigeerstok voeren
- de dirigeerstok zwaaien
- de doelpalen verzetten
- de donkere dagen van november en december
- de donkere dagen voor kerst
- de donkere dagen voor Kerstmis
- de dood met de kogel
- de douches opzoeken
- de draak steken met iemand of iets
- de drank stijgt iemand naar het hoofd
- de eerste schapen zijn over de dam
- de eerste weken