Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Gepubliceerd op 30-05-2017

draailier

betekenis & definitie

folkloristisch snareninstrument.

snareninstrument in de Westerse volksmuziek dat naar de vorm lijkt op een gitaar of een mandoline dat wordt bespeeld door middel van een wiel dat met een zwengel tegen de onderkant van de snaren wordt rondgedraaid en waarbij de toonvorming tot stand komt door toetsen die op de snaren drukken.

Voorbeelden:
Afgezien van de uiterlijke vorm van de klankkast is bij de draailier in de loop der eeuwen weinig veranderd aan de werkingsprincipes. Een met hars bestreken houten wiel (bevestigd in een klankkast) wordt d.m.v. een zwengel in beweging gebracht en strijkt snaren aan, die door deze trilling gaan klinken. Sommige snaren (2 tot 4 bourdonsnaren) geven permanent dezelfde toon; op 1 à 2 andere snaren wordt de melodie gespeeld door deze snaren d.m.v. toetsen (houtblokjes in een tangentenkast) te verkorten.
http://www.antenna.nl/draailier-doedelzak/, 1996

De verdringing van de doedelzak en de draailier uit de kunstmuziek had [...] ook te maken met de opkomst en de ontwikkeling van instrumenten als hobo, klarinet en strijk- en toetsinstrumenten in modernere versies.
http://www.antenna.nl/draailier-doedelzak/, 1996

De tangentenkast van de draailier werd met een tweede rij toetsen uitgebreid, zodat het instrument chromatische bespeeld kon worden.
http://www.antenna.nl/draailier-doedelzak/, 1996

Net als de musette, paste ook de draailier uitstekend in de pastorale tendensen in de Franse samenleving van begin 18e eeuw ("terug naar de natuur").
http://www.antenna.nl/draailier-doedelzak/, 1996

< >