Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Gepubliceerd op 30-05-2017

buurkat

betekenis & definitie

kat van de buren.

kat van de buren; kat uit de buurt; buurtkat.

Voorbeelden:
Elke dag werkte hij een uurtje aan de vervolmaking van zijn tijgersluipgang, joeg buurkatten die vogelnesten kwamen uithalen ons erf af en kon na twee maanden het smeedijzeren tuinhek openen en sluiten met zijn oude springtechniek, die hij nog voortdurend verfijnde.
Kees van Kooten, De dood van mijn poes, 1984

< >