iemand uit Boskoop.
iemand die afkomstig is uit Boskoop; inwoner van Boskoop.
Voorbeelden:
De streek rondom Boskoop is het oudste boomkwekerijgebied van Nederland. Dat is te danken aan de abdis van het klooster in Rijnsburg. Boskoop was een bezitting van dat klooster. Toen in de Middeleeuwen de veenlaag in het westen van Nederland werd weggegraven om turf te winnen, bleef het veen in Boskoop behouden: de abdis verbood het turfgraven. Boskoop had interessantere dingen te bieden dan turf, moet ze hebben gedacht. De Boskopers teelden op hun tien tot vijftien meter dikke veenlaag bomen die ze nodig hadden voor schaduw en windkering. Sommige Boskopers wisten bovendien hoe vruchtbomen moeten worden geënt.
http://www.hetkleineloo.nl/in_010.cfm?art_id=392