De grote encyclopedie van het antiek

Jan Durdik en anderen (1970)

Gepubliceerd op 02-12-2020

Weense regulateur

betekenis & definitie

Oostenr. wandklok met lange slinger, omstreeks het midden van de 19de eeuw ontwikkeld uit de Laterndluhr. Dit precisieuurwerk is voorzien van stelschroeven aan de onderkant van de kast en de mogelijkheid van nauwkeurige slingerafstelling.

De kast is geheel recht, de kap is echter gebogen en wordt dikwijls bekroond met een in hout gesneden adelaar of andere vogel. De voorkant wordt afgesloten door een glazen deur over de volle lengte; de zijkanten zijn eveneens met glazen ruitjes afgedekt. de slingerstaaf is meestal van zwartgelakt dennehout, met messing slingerschijf. Komt zowel voor zonder als met slagwerk en eventueel kwartierslagwerk (aangedreven door cilindrische gewichten van messing, in het laatste geval drie in getal). Email wijzerplaat, meestal met secondewijzer. De kasten zijn van mahonie of gefineerd en tegen het eind van de eeuw steeds overdadiger voorzien van houtsnijwerk.Weens porselein. Na Meissen werd in Wenen in 1718 door C.l. du Paquier, van Hollandse afkomst, met behulp van de arcanisten C.C. Hunger en S. Stölzel de tweede Europese manufactuur van echt porselein gesticht, die in 1744 in handen van de Oostenrijkse staat overging en tot 1864 in bedrijf was. Men onderscheidt drie perioden :

1. de Du Paquier-periode (1719-1744); 2. de overheidsperiode vóór Sorgenthal ( 1744-1784) ; de Sorgenthal- en latere tijd.

In de Du Paquier-periode werd porselein met groenachtige tint en dunne scherf gemaakt met een wijze van decoreren die zich reeds vanaf het begin manifesteert als typisch Weens. Strooi bloemen en indianische Blumen bedekken het fond. Bandelwerk en vlechtwerk omlijsten ruitpatronen, chinoiserieën en landschappen. Zeer fraai monochroom en polychroom schilderwerk werd uitgevoerd door de schilders Dannhöfer, Anreiter vom Zirnnfeld, Schulz, Helchis en Klinger. Het Du Paquierporselein werd zelden gemerkt.

In de daaropvolgende overheidsperiode lijkt de versiering in rococo-stijl veel op die van Meissen, hoewel de schelp-, lofwerk- en wilgendecors typisch Weens zijn. Bekend uit deze periode zijn de beeldjes in zachte kleuren van de modelleur Niedermayer en de dametjes in hoepelrok van Dannhauser.

Sorgenthal die in 1784 de fabriek kocht, bracht haar tot nieuwe bloei. Onder zijn leiding werd veel aandacht aan de beschildering besteed. Bekende miniaturisten als Daffinger waren aan de fabriek verbonden. Na de dood van Sorgenthal gaat de produktie in kwaliteit achteruit en ten slotte worden tot de sluiting in 1864 nog slechts kopieën van vroegere werkstukken gemaakt. Merken: na 1744 een balkenschild in onderglazuurblauw.

< >