(Fr., hoek gevormd door twee muren). driehoekig salonmeubel (stoel, tafeltje, fauteuil, console, hoekkastje) dat er door zijn bouw op berekend is als écoinçon (hoekvulling) te dienen. De encoignure ontstond uit het streven in barok en rococo om de constructie te versluieren in plaats van te accentueren; in dit geval het wegwerken van het ontmoetingspunt tussen twee muren.
Gemeenlijk waren de encoignures van niet meer dan heuphoogte, soms met een trapsgewijs toelopende opzet.