bestaat uit de excrementen van zeevogels, gemengd met de resten van dode vogels (beenderen, veren) en zand en grind. Het is een van de oudste meststoffen, die al lang in gebruik was vóór de kunstmest op de markt kwam. liet komt voor op vogeleilanden, waar grote hoeveelheden vogels huizen.
Het meest bekend is de g. uit Peru, maar ook in Z. Afr. wordt g. gevonden. Daar is zelfs een beschermd eiland voor de exploitatie van deze mest. De samenstelling is zeer variërend. Het bevat 11-16% N, 8-12% PO5 en 2-3% K2O.
Men onderscheidt wel stikstofhoudende g., die het meest voorkomen en bovengenoemde samenstelling hebben en fosfaat-g., die tot 25% P2O5 kunnen bevatten. Tegenwoordig is de g. praktisch geheel door de kunstmest verdrongen. Soms wordt een synthetische g. in de handel gebracht, die uit een mengsel van N-, P- en K-zouten bestaat.