in de wettelijke zin, kan omschreven worden als: de wil, de bedoeling, te handelen in overeenstemming met zijn rechten en verplichtingen, zonder dus aan anderen te kort te doen. G.t. is in de eerste plaats van belang bij het bezit.
Maar vooral is van betekenis de wettelijke regel, dat overeenkomsten te goeder trouw ten uitvoer moeten worden gebracht. Dit brengt mede, dat men zo goed mogelijk moet nakomen datgene wal de wederpartij mag verwachten; dat men niet moet proberen zichzelf ten koste van de wederpartij op onbehoorlijke wijze te bevoordelen; flat men uit eigen beweging al datgene moet nakomen, waartoe men zich verbonden heeft, zonder op aanmaningen te wachten. Daar nu overeenkomsten het gehele rechtsleven beheersen - iedere koop, ieder pachtcontract etc. is een overeenkomst strekt ook de werking van de g.t. zich over het gehele rechtsleven uit.
Voor de gewone, meest gangbare, contracten is de omvang der wederzijdse verplichtingen uit de wet, uit de geschreven condities of uit het gewoonterecht wel duidelijk, zodat het niet moeilijk is vast te stellen, wat de g.t. in die gevallen vereist.