fam. Rosaceae, rotsmispel, kleine bomen of grote struiken met enkelvoudige bladen en 5-tallige bloemen, die een onderstandig, 6-10-hokkig vruchtbeginsel bezitten.
Het meest bekend is het z.g. krentenboompje, A. laevis WIEG. villosa TER PELKWIJK, algemeen, doch foutief benaamd A.canadensis; sierlijke struiken met bruinachtig uitlopende bladen, overvloedig bloeiend met witte bloemen, in overhangende bloeiwijze. Deze heester wordt op verscheidene plaatsen algemeen gebruikt in grote hagen, in parken en als onderbeplanting in bossen. Een 2e, vrij algemeen bekende soort is A.spicata KOCH (A.botryapium HORT.), te herkennen aan de steile groei en opstaande bloeiwijzen; het is vermoedelijk A.canadensis X A.ovalis. Een vrij groot aantal moeilijk te onderscheiden soorten komt in cultuur voor, voorn, als dekheester.