Procopius van Oestjoeg, ook wel Prokopi († 1303), was een uit Lubeck afkomstige koopman die handel dreef met Novgorod. In deze stad bekeerde hij zich tot het Russisch-orthodoxe geloof, waarna hij monnik werd in het Varlaam-Choetynski- klooster. Daarvandaan trok hij naar het stadje Veliki Oestjoeg. Hier trok hij als ‘Nar in Christo’, slechts gekleed in een oude lendendoek, al predikend door de straten. Dit verschijnsel gaat terug op de zinsnede uit de brief van Paulus: ‘Wij zijn dwaas ter wille van Christus’ (Kor. 4:10).
Door middel van zijn excentrieke, ascetische levenshouding wilde de Nar in Christo de betrekkelijkheid van aardse zaken benadrukken. Procopius wordt meestal afgebeeld met een vuurpook in zijn handen. Deze droeg hij met het handvat naar boven als hij een vruchtbaar jaar verwachtte en andersom als hij een jaar van misoogsten voorzag. Zijn feest wordt gevierd op 8 juli.