De Negen Heiligen is de naam van een groep heiligen die na het concilie van Chalcedon in 451 wegvluchten uit het Byzantijnse rijk naar Ethiopië. Bij dit concilie werd het Monofysitisme veroordeeld en er kwam een heksenjacht op gang tegen aanhangers van deze leer.
In Ethiopië kregen deze christenen de naam Tsadkan (de Rechtvaardigen). De Negen Heiligen kwamen in een land waarvan het koninklijk hof al wel was bekeerd, maar het volk nog niet. De Negen Heiligen zetten missionarisposten op buiten de hoofdstad Aksum om het onwetende volk te onderleggen. Ze bouwden kerken en vertaalden de bijbel van het Grieks in het Geez (de oude Ethiopische taal).
Op Ethiopische wandschilderingen worden de Negen Heiligen als groep afgebeeld. Ze kwamen uit verschillende delen van het Byzantijnse rijk, zoals Syrië, Cappadocië, Constantinopel en Rome. Hun namen zijn: Abba Aregawi, Abba Pantaleon, Abba Gerima, Abba Aftse, Abba Guba, Abba Alef, Abba Yem’ata, Abba Liqanos en Abba Sehma.
