Hiërarchen

betekenis & definitie

Met hiërarchen (gr. hogepriester) wordt gedoeld op de drie kerkvaders van de orthodoxie: Gregorius van Nazianze (patriarch van Constantinopel), Basilius de Grote (bisschop van Caesarea) en Johannes Chrysostomos (aartsbisschop van Constantinopel). Het uiterlijk van deze heiligen werd in het begin van de elfde eeuw vastgesteld. Johannes Chrysostomos heeft een smalle kin, en kleine puntige baard, een kale schedel en een ascetisch uiterlijk met ingevallen wangen. Basilius is minder ascetisch; hij wordt jonger afgebeeld dan de andere twee omdat hij vroeg stierf op de leeftijd van vijftig jaar. Hij heeft een lang gezicht met zwart haar en een lange puntige baard. Gregorius van Nazianze is een kalende witharige man met een brede baard. In latere eeuwen werden deze karakteristieken overdreven, maar bleven in essentie hetzelfde.