Ikonen Lexicon

Karin Braamhorst (2004)

Gepubliceerd op 01-03-2017

Kerkvaders

betekenis & definitie

Kerkvaders zijn de kerkleraren uit de eerste christelijke tijd. De Oosterse kerk gebruikt het begrip ‘kerkleraar’. Op iconen zijn ze vaak in bisschopsgewaad afgebeeld met evangelieboek en zegenend gebaar. Op het hoofd dragen ze een mitra of ze zijn blootshoofds afgebeeld. De ‘sakkos’, een korte tuniek die over een ondertuniek wordt gedragen symboliseert de goddelijke natuur van Christus. Rondom de nek en over de armen dragen ze, net als bisschoppen, een omophorion, een lange, smalle reep van witte wol gedecoreerd met zwarte kruisen; zonder dit omophorion mogen bisschoppen geen heilige mis opdragen. De omophorion symboliseert het schaap dat door de herder naar huis wordt gedragen. Kerkvaders worden meestal in volle lengte afgebeeld, soms ook ten halven lijve en zelden vanaf de schouder. De vier belangrijkste orthodoxe kerkvaders zijn:

- Gregorius van Nazianze (329-390), korte tijd bisschop van Constantinopel, belangrijke schrijver van de oude Kerk;
- Basilius de Grote, metropoliet van Caesarea (330-379), schrijver van een liturgie en van theologische en ascetische geschriften;
- Gregorius van Nyssa († 394), bisschop van Nyssa en broer van Basilius
- Johannes Chrysostomus, patriarch van Constantinopel (345-407).

Athanasius, bisschop van Alexandrië (295-373) wordt ook genoemd als belangrijke kerkleraar. Deze namen worden verder besproken op hun eigen plek in dit lexicon. In het westen zijn belangrijke kerkvaders o.a. Ambrosius, Augustinus, Hieronymus en Gregorius de Grote. In de vijfde eeuw werden criteria ontwikkeld om tot een definitie van een kerkvader te komen:

1. Rechtgelovig in de leer
2. Een heilige levenswandel
3. Erkenning door de kerk
4. Geleefd hebbende in de eerste eeuwen na Christus.