James Joyce was een schrijver afkomstig uit Ierland die wordt beschouwd als een van de belangrijkste schrijvers van de twintigste eeuw. Het werk van James Joyce staat bekend om de zeer uiteenlopende interpretaties die men eraan kan geven.
James Augustine Aloysius Joyce werd geboren in 1882 in Dublin, Ierland. Zijn ouders behoorde in zijn kinderjaren tot de welvarende middenklassen, maar door een vader die alcoholist was en onzekere inkomsten daalde het gezin steeds verder af. Na het behalen van zijn diploma op de universiteit voor literatuur studies, verhuisde Joyce in zijn vroege twintiger jaren naar het Europese vasteland. In 1904 verhuisde Joyce aanvankelijk naar Zurich, waar hij een positie zou krijgen als docent Engels. Eenmaal daar aangekomen bleek dat hij nergens terecht kon, waarnaar Joyce naar Trieste trok, dat toen nog onderdeel was van het toenmalige Oostenrijk-Hongarije. Tijdens de jaren dat Joyce lesgaf, werkte hij aan de verhalenbundel ‘The Dubliners’, een serie van korte verhalen met als centrale thema de openbaringen die personages meemaakten. Joyce noemde deze openbaringen ‘epiphanies’,
In 1922 werd Joyce zijn meest bekende werk gepubliceerd. ‘Ulyssus’ gaat over het dagelijkse leven in Dublin, wat voornamelijk wordt gekenmerkt door verval en eentonigheid. Joyce verwerkte meerdere parallelle verhaallijnen in het boek, waarvan sommigen verwezen naar oude Griekse werken, zoals de titel van het boek verwijst naar de Griekse held Odysseus.
Joyce zou in de jaren daarop nog een boek uitbrengen, namelijk ‘Finnegans Wake’. Na wisselend in Trieste, Zurich en Parijs te hebben gewoond, waarbij Joyce regelmatig terug keerde naar Dublin, vluchtte Joyce in 1940 uit bezet Frankrijk wederom naar Zurich. In 1941 overleed hij aan de gevolgen van een operatie.
