Begrippenlijst Hypotheken

Redactie Ensie (2016)

Gepubliceerd op 09-08-2016

Toetsrente

betekenis & definitie

De toetsrente is de rente die hypotheekverstrekkers moeten hanteren om te voorkomen dat (toekomstige) woningeigenaren te hoge maandlasten moeten betalen. De toetsrente is dus een soort veiligheidsbuffer. Deze rente wordt gebruikt om bij een rentevaste periode onder de tien jaar de maximale veilige hoogte van de hypotheek te berekenen.

De toetsrente is altijd minimaal 5%. Dat houdt in dat wanneer de werkelijke rente op een gegeven moment 3,5% is, hypotheekverstrekkers bij de berekening van de maximale maandlasten uit moeten gaan van een rente van 5%. Op die manier weten hypotheekverstrekkers namelijk zeker dat ook bij een stijging van het rentepercentage de maandlasten betaald kunnen worden. Het kan namelijk zo zijn dat na het aflopen van de rentevaste periode het rentepercentage stevig gestegen is, terwijl het inkomen van de woningeigenaar in verhouding veel minder sterk gestegen is. Ook zorgt deze constructie ervoor dat bij een daling van het inkomen de maandlasten voor de hypotheek gemakkelijker betaald kunnen worden.

De Autoriteit Financiële Markten (AFM) is verantwoordelijk voor het vaststellen van de toetsrente. Dit gebeurt elk kwartaal. Hiervoor wordt het gemiddelde genomen van de hypotheekrente over tien jaar van de zes grootste hypotheekaanbieders op de Nederlandse markt. Het gewogen percentage dat hieruit komt is de toetsrente. Deze ligt altijd hoger dan de werkelijke rente, omdat het buffer is. Wanneer dit percentage lager is dan 5% wordt de toetsrente 5%.

Het kan toch voorkomen dat de werkelijke rente hoger ligt dan de toetsrente, doordat de rente plotseling snel is gestegen. In dat geval zullen hypotheekverstrekkers niet uitgaan van de toetsrente, maar van de werkelijke rente. Wil een (toekomstig) woningeigenaar een hypotheek afsluiten met een rentevaste periode voor meer dan tien jaar, dan hanteert de hypotheekverstrekker bij de berekening altijd de werkelijke rente.