Deze wijngaarden liggen verspreid over maar liefst 40 gemeenten, maar slechts 4000 hectare zijn beplant met druivenstokken die door de plaatselijke appellations worden toegelaten. Er zijn hier drie appellations te onderscheiden en het grootste verschil ertussen zit hem - nogal ongewoon voor Bordeaux — niet in bodem of productiewijze, maar in de druivenvariëteiten. Dit geldt vooral voor de witte wijn.
De gewone appellation is AC Blaye of Blayais, die voor zowel rode als witte wijn kan worden gebruikt (wat zelden het geval is). Er mag een groot aantal druivensoorten in worden verwerkt. De volgende appellation is Côtes de Blaye, die zich beperkt tot witte wijn en sinds het oogstjaar 1995 minstens 60 procent colombard moet bevatten. Er wordt ook wat witte wijn gemaakt onder de appellation Premières Côtes de Blaye. Daarin moet minstens 70 procent sauvignon blanc, sémillon of muscadelle zijn verwerkt, al kiest men meestal voor de sauvignon blanc. De overgrote meerderheid van de wijn die onder de appellation Premières Côtes de Blaye verschijnt, is rood. Om precies te zijn 90 procent van de totale productie. De voornaamste druif is de merlot, gevolgd door de cabernet sauvignon.
Sommige bezittingen zijn behoorlijk groot - ongeveer 20 hectare — en er zijn zes coöperaties, die elk rond de honderd leden tellen.
