Handelslexicon

J. Hagers (1910)

Gepubliceerd op 14-03-2019

Voorman

betekenis & definitie

Voorman - 1. Leider van een afdeeling werkvolk, die daarop toezicht houdt, maar meestal zelf ook medewerkt. In Rotterdam veelal „Kras” genoemd. 2. Op een wissel de laatste onderteekenaar, alzoo degeen van wien de houder den wissel heeft gekocht, te wiens opzichte weder elke vorige endossant of de trekker als voorman wordt aangemerkt, dus vroegere endossant in tegenstelling van een volgenden.